Jonge makers, videomakers en denkers presenteren nieuw gezamenlijk werk in een spannende crossmediale kunstshow, op verschillende plekken van Vechtclub XL (naast Beton-T). Het publiek maakt op een nieuwe manier kennis met de beleving en de interpretatie van beeldende kunst.
Elk oorspronkelijk kunstwerk heeft een integrale kracht, een ‘aura’, dat afneemt wanneer het mechanisch wordt gereproduceerd. Althans, dat vond vooroorlogse filosoof Walter Benjamin. Is Benjamins’ gedachtegoed in deze tijd opnieuw relevant? Of juist achterhaald? Bij [re]PRODUCTIE hoorden we drie visies.
Drie teams - van elk een videomaker, kunstenaar en denker - maakten aan de hand van bovenstaande vraag nieuw werk. Zaterdagavond 21 september 2024, presenteren zij in de Zaal van Vechtclub XL het eindresultaat, in de vorm van een expositie, korte film en essayvoordracht. In het nagesprek vertellen ze over hun proces.
Op het podium staat Fay Breeman organisator en tevens initiatiefnemer van Studio Camera. “Ik ga jullie gelijk weer wegsturen”, zegt ze grinnikend. Het publiek mag eerst naar de expositie. “Volg de witte pijlen. Om tien voor half 9 zie ik jullie graag terug.” Een beetje onwennig, maar enthousiast, vertrekt het publiek de zaal uit, richting de expositieruimte.
In de expositiezaal staan twee zwart metalen kassen. De eerste bevat het kunstwerk Zevenhonderddrieënveertig: een collectie van 743 handgemaakte oren van klei in een cirkel op de grond. Hoewel de oren geen identieke reproducties zijn van elkaar, zijn ze voor het oog vergelijkbaar. Dermate vergelijkbaar zelfs, dat na langdurig kijken een visueel equivalent van 'semantische verzadiging'; optreedt; Het oog ziet ze als één geheel, ondanks de verschillen. Het bewustzijn hiervan roept de vraag op: wat is de waarde van 743 handgemaakte oren, wanneer we ze zien als een uniforme massa?
Een groot deel van het publiek verzamelt zich bij de tweede kas. Na toenadering wordt duidelijk waarom. Binnen staat een lange tafel met borden vol Indiase en Indische lekkernijen. Het is het werk Tijd die niet verloren gaat. Goed nieuws: het eten mag gegeten worden. Bij het reiken naar een bord valt het tafelkleed op. Daar staan foto’s en teksten op gedrukt. Iedere tekst beschrijft een herinnering aan kooktradities met familie, met een thema van vergankelijkheid: ’Soms twijfel ik of ik me de smaken van mijn moeders eten nog wel goed kan herinneren.’ Het werk brengt het besef dat het onmogelijk is een oorspronkelijke ervaring na te bootsen.
Wie zich langs de eettafel worstelt, bereikt het derde kunstwerk, Herportret. Op een groot magnetisch bord hangen magneten van abstracte vormen en losse frases. Bij het verplaatsen ervan wordt duidelijk dat elke magneet, ondanks zijn abstracte vorm, multi-inzetbaar is om een gezicht mee te maken. Alleen of samen (met onbekenden) maken, reproduceren, bezoekers steeds portretten, waarbij elk onderdeel veelzijdig inzetbaar blijkt.
Alle bezoekers verzamelen zich na de expo weer in de zaal, waar het programma vervolgt met de filmvertoningen en esseypresentaties. Denker Emma Hoefnagels, kunstenaar Madelief Lammers en animator Tessa van Vuren herkenden zich in de blik van Walter Benjamin op massafabricage en kapitalisme. “In onze eerste brainstorm werd duidelijk dat het ons om ambacht ging”, vertelt Emma over hun proces. Zorgvuldige productie zorgt ervoor dat we objecten méér waarderen, vinden deze
makers.
Denker Emma Hoefnagels reflecteert vaak op onze kapitalistische maatschappij. Ze leest voor uit haar essay De waarde van het maken: “Dwalend door de gangpaden word ik overgenomen door een vlaag van misselijkheid”. In het essay kijkt Emma in de Lidl naar een schap laaggeprijsde ‘colour changing mugs’. Deze onnodige producten zijn het resultaat van kapitalisme, vertelt ze. Net zoals Walter Benjamin, een marxistisch denker, keurt ze dat af. “Een product waar honderden van is, zorgt ervoor dat mensen er minder waarde aan hechten.” Toch leverde dit ideaal in de werkpraktijk van de makers cognitieve dissonantie op.
Van oudsher hecht 2D-animator Tessa waarde aan ambacht. Tijdens haar studie nam ze zich voor alleen analoog te werken. “Toen studeerde ik af en haalde de realiteit me in.” Met de hand tekenen kost veel meer tijd. “Digitaal werken geeft de mogelijkheid om lijnen massaal te herhalen.” In een sector waarin ‘fair pay’ nog niet altijd de norm is, is tijd een kostbaar goed. Toch vond Tessa het lastig om haar principe los te laten. Haar korte film volgt dat proces. In de opening hangt het hoofdpersonage een manifest aan de muur: ‘Ik omarm menselijke foutjes.’ In de slotscène wordt het manifest herschreven: ‘Ik hoef mezelf niet te verwijten dat ik toegankelijke techniek gebruik om minder toegankelijke techniek na te bootsen.’
Kunstenaar Madelief worstelt in haar werkpraktijk met de verantwoording van het gebruik van haar favoriete materiaal, klei. “Klei is vormbaar, maar dat verdwijnt zodra het in de oven is geweest.” Het is niet duurzaam. Desondanks paste deze eigenschap thematisch goed bij dit project. Alle 743 oren heeft ze met de hand gemaakt om ‘ambachtelijke massaproductie’ na te bootsen. Ze was benieuwd welk effect dit zou hebben op haar maakproces. “Eigenlijk was het heel meditatief”, zegt Madelief
glimlachend.
“De waarde van een object ligt niet verankerd in zijn exclusiviteit. Een object krijgt juist waarde door het te delen met elkaar.” Uit het essay Tijd die niet verloren gaat door denker Nienke Coers maken we op dat de tweede makersgroep zich heel anders tot de visie van Walter Benjamin verhoudt. Reproductie is oké. “Reproduceren is mijn vak. Wat moet ik dan als startpunt nemen?”, zegt fotograaf Freke Vos. Daarom liet de groep, waaronder ook videomaker Freija Roos, de kritiek van Walter Benjamin voor wat het is. Ze vlogen het thema persoonlijker aan en vonden inspiratie in herinneringen en kookrituelen.
“Het rook bij ons thuis altijd naar lekker eten. Die geur onthoud je gewoon”, zegt fotograaf Freke Vos. Het ruiken van een herkenbare geur, zoals eten, roept onwillekeurig specifieke herinneringen op. Ze ging hierover met familie en vrienden in gesprek. Toen hoorde ze dat ook anderen familierecepten maken omwille van het herleven van een herinnering, net als zijzelf. Dat sentiment moest haar fotowerk reflecteren. Het kon niet slechts worden opgehangen. “Je moet het beleven. Zo kwamen we op het idee voor het tafelkleed.” Alle foto’s zijn analoog geschoten en ontwikkeld op een al even passende manier. “Ik wilde dat ‘het ritueel’ ook in mijn fotografiepraktijk terugkwam.” Daarom zijn de fotorolletjes geweekt in de familierecepten. “Die krassen die je op de foto’s ziet zijn ‘weggegeten’ door de citroen in het recept.”
Ook videomaker Freija nam de thematiek mee in de vorm. “Ik wilde voelbaar maken dat foto’s herinneringen zijn.” Ze gebruikte beelden die ze al eerder had geschoten, maar nooit had gebruikt. “Ik heb hier opnieuw vorm gegeven om het nostalgische voelbaar te maken.” Op deze manier reproduceerde zij bestaand beelden om - zou je kunnen zeggen - opnieuw kracht te geven aan hun ‘aura'.
Door de gesprekken met familie en deze met elkaar te delen ontdekten ze ook de tragiek die in hun interpretatie van ‘aura’ beklonken zit. “Toen ik mijn oma door de keuken zag bewegen, besefte ik hoeveel ik nog moest leren in weinig tijd”, zegt Nienke. Herinneringen worden al gemaakt terwijl het moment nog niet is voltooid. De groep vindt troost in de kritische discours rondom Walter Benjamin. Inderdaad zal niets de ‘aura’ van oma’s soep evenaren, máár: “een connectie aangaan met ons culinaire verleden biedt een omgangsvorm met de angst dat het leven door onze vingers glipt.”
De derde groep heeft niet veel met het rigide denken van Walter Benjamin. Natúúrlijk mag je reproduceren. Alles in de wereld bestaat uit bouwblokken. Die zijn er om te gebruiken. “Mensen mogen juist kloten, spelen en bewegen”, zegt kunstenaar Merel Rugebregt. Het prototype van haar kunstwerk had ze neergezet in haar studentenhuis, waar haar huisgenoten méér lichaamsdelen namaakten dan slechts gezichten. “Dat juich ik alleen maar toe.”
Ook de andere makers verhouden zich tot ‘speelsheid’. Denker Lotte Kremer leest een hermontage van haar essay (On)eindige reproductie voor. Tijdens haar voordracht ‘grabbelt’ ze willekeurig losse fragmenten van het oorspronkelijke essay. Dat is anders dan haar normaliter pragmatische aanpak bij kunsthistorische onderzoeken. “Beide makers zijn zo uiteenlopend dat een logische samenvatting onmogelijk was. Dat gaf ik maar gewoon op.”
Dat filmmaker Gijsje Mulder gebruik maakt van bouwblokken is duidelijk te zien in haar korte film Magnetic Flux. De korte afwisselende shots tonen oorspronkelijk statisch beeldend werk, zoals foto-negatieven, illustraties en foto’s. Door toevoeging van geluid, analoge en digitale effecten lijken deze in de film tot leven gewekt, te bewegen. Gijsje liet zich inspireren door het natuurkundige verschijnsel ‘magnetisme’. Elektronen, belangrijke bouwblokken in de wereld, zorgen met hun magnetisme voor beweging. Ze verplaatsen vaste materie of veranderen deze van uiterlijke vorm. Ondanks dat we als mens niet het proces kunnen zien - slechts het resultaat - is dat
proces van reproductie altijd aanwezig, zegt Gijsje.
Met haar kunstwerk wilde maker Merel het gedachtegoed van Walter Benjamin uitdagen. Het proces van reproductie is waardevol voor mensen, stelt ze. “Bij het maken van de portretten praten mensen met elkaar. Er komt interactie.” In de interactie die reproductie met zich meebrengt zit betekenis. Dat maakt reproduceren - zelfs al is het tot in de oneindigheid - niet waardeloos. “Het heeft betekenis omdat onze tijd en plek eindig is”, besluit Lotte in haar essay.
Wil je de essays nalezen? Dat kan op de website van Faam. De makers en denkers deden onderzoek naar…
… eetrituelen en familietradities
… klei, kringloop en kapitalisme
… zelfportretten, participatiekunst en het idee van reproductie
Dit was een programma van FAAM, Hoogt on Tour en Studio Camera en wordt mede mogelijk gemaakt door Provincie Utrecht
Fotografie: Neeltje Klein